Wat is een kerk

De christelijke gemeente

Een christelijke gemeente of kerk is een vergadering of samenkomst van mensen die bij elkaar worden geroepen om in het openbaar samen te komen in een kerkgebouw. Degene die de mensen bij elkaar roept is God door middel van het Evangelie (blijde boodschap) die door de kerk wordt verkondigd. De gemeente komt als het huisgezin van God samen op de dag van Christus (de zondag) om haar geloof in God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest te belijden in geloof, hoop en liefde te ontvangen en om in liefde naar elkaar om te zien.

 

De kerk is door God gegeven

In het eerste boek van de Bijbel lezen we over het begin van onze menselijke geschiedenis. We lezen over de schepping van hemel en aarde en over de schepping van Adam en Eva (de eerste mensen). God de Heer van alle dingen heeft niet alleen alle dingen geschapen, maar de wereld ook een orde meegegeven (scheppingsorde). We lezen hierover in Genesis 1t/m3. Tot die scheppingsorde behoort het huwelijk (het gezin van man, vrouw en kinderen), de schepping bebouwen en onderhouden (de economie), de overheid (gezagsverhoudingen als ouder-kind, overheid-volk). Het geheim van dit alles, zo lezen we in deze eerste hoofdstukken van de Bijbel is de rustdag, de boom des levens en de avondwind. Dit bepaalde de geestelijke sfeer van de eerste mensen, dit was hun welzijn, hun verbondenheid met God de Schepper. Dit zijn geestelijke geschenken die God aan de mens heeft gegeven om te leven in deze wereld en tot in eeuwigheid. Een dag in de week als een dag waarop de mensheid mag rusten van al het aardse (zowel het goede als het kwade) en zich mag richten op het eeuwige leven en het bewandelen in de avondwind. Dit was de rust en vrede van Christus in het geloof (gebed, bijbellezen). In Israel heeft God dit gegeven in de tempeldienst en in Christus, die als Zoon van God naar de aarde is gekomen. Hij heeft dit gegeven aan heel de wereld in de kerk, die altijd en overal geweest is.

 

Met welke kerk zijn we verbonden

Wij zijn als hervormde gemeente hier in Oud-Vossemeer allereerst verbonden met de Protestantse kerk in Nederland. De protestantse kerk heeft haar wortels in de reformatie (1517) en is wereldwijd. Historisch gezien zijn wij verbonden met de Rooms-Katholieke kerk, waar wij uit voortgekomen zijn. Verder zijn wij verbonden met de verschillende gemeenten en/of kerken die we in Nederland binnen het protestantisme kennen: de Gereformeerde kerk (behoort ook tot de PKN), de Christelijk Gereformeerde kerk en de Gereformeerde Gemeente in Nederland.

Met de Rooms-Katholieke en de Gereformeerde Kerk hebben we een aantal gezamenlijke activiteiten.

 

De verschillende kerken kennen onderlinge verschillen in de wijze waarop het geloof beleden wordt. De overeenkomsten zijn echter groter, zonder daarmee het bestaansrecht van de verschillende kerken te ontkennen. De overeenkomsten zijn: de Bijbel is het Woord van God, de sacramenten van Doop en Avondmaal, het Onze Vader en de geloofsbelijdenissen (12 artikelen).

 

De ambten

Een kenmerk van de kerk zijn de ambten. We kennen vanuit de eerste christelijke gemeente verschillende ambten: het ambt van ouderling, herder en leraar en diaken. Deze ambten gaan terug op Christus leven en werk. Toen Christus was opgevaren naar de hemel nadat Hij Zijn werk op aarde volbracht had en Zijn werk in het Koninkrijk der hemelen moest aanvangen heeft Hij zichzelf als het ware teruggegeven in de ambten. Hij heeft zichzelf geestelijk, in de zielen van de gelovigen, teruggegeven door de uitstorting van de Heilige Geest (Handelingen 2). Zijn discipelen (leerlingen) moesten als Apostelen heel de wereld het Evangelie van Christus gaan verkondigen. Zij moesten het werk van Christus op aarde voortzetten. Het werk van Christus was echter zo omvattend dat er verschillende ambtsdrager nodig waren om alles van Christus in de gemeente en de wereld te laten gebeuren.

Een ambtsdrager is dus een persoon die een stuk van het geestelijk werk van Christus in de gemeente en de wereld zichtbaar maakt. Christus doet Zijn werk o.a. door middel van de ambtsdragers.

 

Het ambt van ouderling

Ook wel het ambt van oudste of opziener of bisschop (RK kerk) genoemd. Wat houdt dit ambtelijk werk in? Ouderlingen in een christelijke gemeente hebben de roeping om het Evangelie te verkondigen in de huisgezinnen en om ervoor zorg te dragen dat het Evangelie iedere zondag wordt verkondigd in de samenkomsten van de gemeente. De ouderlingen hebben ook de roeping om het dagelijks leven van de mensen te verbinden met de waarheid van het christelijk geloof.

 

Het ambt van herder en leraar

Ook wel het ambt van dominee of predikant genoemd. Vroeger sprak men ook wel over de eerste ouderling onder zijn gelijke. Dat betekent dat een herder en leraar een speciale plek inneemt onder de ouderlingen terwijl ze wel elkaar gelijken zijn. Het werk van de dominee is het voorgaan in de kerkdiensten. Namens de gemeente bidden, Bijbellezen en in de prediking het Bijbelgedeelte uitleggen voor de mensen. Zoals de ouderlingen de huisgezinnen bezoeken en gemeenteleden een beroep op hen kunnen doen, zo bezoekt de dominee in het bijzonder de mensen op om hen vanuit de Bijbel en Christus een weg te wijzen in het dagelijks leven.

 

Het ambt van ouderling-kerkrentmeester

Enkele ouderlingen hebben een speciale opdracht. Zij dragen zorg voor de stoffelijke belangen van de gemeente. Zij worden ouderling-kerkrentmeester genoemd. Zij moeten zorgen over voldoende middelen te beschikken om het kerkgebouw te beheren zodat de gemeente kan samenkomen. Ook beheren zij de pastorie (de woning van de predikant) en betalen zij diegene uit die in dienst van de kerk hun werk verrichten.

 

Het ambt van diaken

Het woord diaken is afgeleid van het woord diakonie en betekent dienen. Diakenen maken Christus liefde en werk zichtbaar in het bijstaan van arme mensen dichtbij en ver weg. De mensen helpen in hun dagelijkse levensbehoefte. De christelijke gemeente verzamelt op zondag geld in voor de mensen die het minder hebben. Zo worden hulpprojecten in het buitenland gesteund en ontvangen mensen dichtbij huis de nodige hulp. Altijd vanuit Christus die de mensen groet en zegent met troostende woorden en gebed.

 

Het ambt aller gelovigen

Mannelijke gemeenteleden die hun geloof in God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest hebben beleden in de gemeente die kunnen tot een van de ambten zoals hierboven beschreven geroepen worden om zodoende een aantal jaren het ambt te dragen en het werk van Christus zichtbaar en hoorbaar te maken. Naast deze ambten kent de christelijke gemeente ook het ambt aller gelovigen. Dit is het ambt waar iedere christen toe geroepen is. Wat houdt dit ambt in?

Het gaan naar Gods huis en een plek in te nemen in Gods huisgezin. Vanuit de kerk het dagelijks uitspreken van de gebeden, het lezen van de Bijbel, het doen van goede werken, een dagelijks leven leiden vanuit Gods roeping zoals we die horen in de Bijbel.

 

 

De Sacramenten

De kerk kent twee sacramenten: de Heilige Doop en het Heilig Avondmaal. Wat is een sacrament?

In een sacrament maakt God Zichzelf zichtbaar en tastbaar. In en door de Bijbel horen wij Gods stem, in een sacrament zien wij Gods werk. Christus heeft de sacramenten van Doop en Avondmaal ingesteld en de apostelen hebben de sacramenten een plek gegeven in de eerste christengemeente. In een sacrament maakt God gebruik van iets uit Zijn eigen schepping om daarmee ons iets van Zichzelf te laten zien en geven. Bij de doop is dat water en bij het Avondmaal is het brood en wijn.

Bij de bediening van de sacramenten wordt ook gesproken omdat God spreekt en God door Zijn Woord werkt.

 

Het sacrament van de Heilige Doop

Net voordat Christus opvaart naar de hemel geeft Hij de Apostelen en dus alle ambtsdragers het bevel om het Evangelie te prediken aan heel de wereld en de wereld te dopen. De doop is een zichtbaar teken waardoor iemand wordt opgenomen in Gods huisgezin als lid. Zoals ouders hun pasgeboren kind aangeven bij de burgelijke overheid als lid van hun huisgezin zo laten ouders hun kind (of wanneer je later tot geloof en bekering komt doe je dat als volwassene) inschrijven in het huisgezin van God de Vader. Deze inschrijving gebeurt door de doopplechtigheid. In de doop spreekt God uit dat Hij je Vader is en wilt zijn en dat Christus voor jou naar de aarde is gekomen en Zijn leven heeft gegeven en Hij je de zonde vergeeft en een nieuw leven geeft en dat de Heilige Geest degene is die je opvoed, troost en leidt. De Doop is een verbond door de Drie-enige God met ons gesloten waardoor het leven zijn diepste zin en vreugde en doel ontvangt.

Bij de doopplechtigheid wordt water gebruikt: water reinigt, verfrist en is een beeld van nieuw leven. Hoewel de Doop plaatsvindt in een plechtigheid tijdens een zondagse samenkomst van de gemeente is de Doop ten diepste een werkelijkheid voor het hele leven. Dagelijks een hemelse Vader hebben, aanroepen en Zijn liefdevolle zorg opmerken, dagelijks Christus kennen en aanroepen en ontvangen in vergeving en (innerlijke) genezing en Hem als Koning over alles eren en volgen. Dagelijks de Heilige Geest ontvangen in het lezen van de Bijbel, het uitspreken van de gebeden en het opgevoed worden tot echte kinderen van het Koninkrijk van God.

 

Het sacrament van het Heilig Avondmaal

De christelijke gemeente is het huisgezin van God de Vader. Hij neemt ons door Zijn Zoon op in Zijn huisgezin en dat wordt zichtbaar door de Doop. Als een echte huisvader geeft de Vader ons te eten. Allereerst door Zijn Woord, de Bijbel. Dat Hij ons echt voedt met geestelijk voedsel maakt Hij zichtbaar door middel van het Avondmaal. Christus heeft dit ingesteld en dan ontvangen wij onder het uitspreken van korte, krachtige woorden van God brood en wijn. Door middel van brood en wijn wil God onze Vader zeggen wie Hij is. Het brood spreekt ons over het lichaam van Christus, dat is Zijn leven voor God.

 

Waarom door middel van voedsel. Met het voedsel wil God duidelijk maken dat Hij als Vader en Zoon in ons wonen wil. Voedsel raakt, door het tot ons te nemen, alles in ons aan, ons hele lichaam en zelfs ons gemoed. Zo worden we, door tekenen van brood en wijn, opgebouwt en versterkt in het geloof.